
“Dit is een schoolvoorbeeld van een geslaagde regionalisering: dierenwelzijn is in Vlaamse handen een echte prioriteit geworden. Helaas blijven Wallonië en Brussel nog achter”, zeggen Van Vaerenbergh en De Wit.
Vlaanderen is haantje-de-voorste
De regionalisering van dierenwelzijn heeft zeker in Vlaanderen voor een kentering gezorgd. Zo kwam er een nieuwe Codex Dierenwelzijn en een versterking van de inspectiediensten. Het actieve beleid in Vlaanderen - en het gebrek aan beleid in Wallonië en Brussel - wordt ook vertaald in de cijfers.
Jaarlijks worden in België meer dan 2.700 feiten van dierenmishandeling geregistreerd, zo blijkt uit cijfers die Kristien Van Vaerenbergh opvroeg. Vlaanderen was in 2022 en 2023 goed voor ongeveer 65 procent van alle vastgestelde inbreuken. In concrete cijfers gaat het om 1.747 inbreuken in 2022 en 1.817 in 2023. In Wallonië werden diezelfde jaren 812 en 833 inbreuken vastgesteld, ongeveer 30 procent van het totaal. Brussel blijft het zwakst scoren met amper 160 (2022) en 122 (2023) vaststellingen.
“De inspanningen die in Vlaanderen geleverd worden, lonen”, zegt Van Vaerenbergh. “Dieren worden beter beschermd dankzij striktere regelgeving, gerichte sensibiliseringscampagnes en verhoogde controles en handhaving. Zo werden onder meer verboden ingevoerd op onverdoofd slachten, op de kweek van pelsdieren voor bont en op dwangvoedering tijdens de productie van foie gras. Helaas laten Wallonië en vooral Brussel het vaak afweten.”
Niet doof blijven voor onverdoofd slachten
Ook rond sluikslachtingen - het illegaal slachten van dieren buiten erkende slachthuizen en zonder toezicht van een dierenarts - tonen de cijfers een gelijkaardige trend. Hoewel deze praktijken verboden zijn en ernstige risico’s inhouden voor dierenwelzijn en volksgezondheid, blijft handhaving uit.
Uit cijfers opgevraagd door Kamerlid Sophie De Wit blijkt dat sinds 2021 slechts 81 processen-verbaal werden opgesteld in heel België: 49 in Vlaanderen (60,5 procent), 28 in Wallonië (34,5 procent) en amper 4 in Brussel (4,9 procent).
“Dit zijn geen realistische cijfers. Ze staan haaks op de signalen die we uit de praktijk opvangen. Zeker rond religieuze feesten zoals het Offerfeest zijn er duidelijke aanwijzingen dat het fenomeen van illegale thuisslachting wijdverspreid is”, zegt De Wit.
“Het gebrek aan processen-verbaal wijst vooral op een falende handhaving en gebrekkige prioritering bij de politiediensten. Nochtans is dierenwelzijn voor veel burgers een prioriteit. Ik pleit dan ook voor meer controle en handhaving door de politie op deze illegale en wrede praktijken, vooral tijdens risicoperiodes zoals het Offerfeest”, besluit De Wit.