Nederlandstalige slachtoffers uit Brussel en Halle-Vilvoorde staan tot op vandaag in de kou omdat de toenmalige staatsecretaris Schlitz (Ecolo) in 2022 de financiering vergat om het UZ Jette op te waarderen tot een Zorgcentrum na Seksueel Geweld. Daardoor zijn Nederlandstalige slachtoffers uit Brussel en Halle-Vilvoorde aangewezen op Franstalige hulp in het Sint-Pietersziekenhuis, waar de verplichte tweetaligheid in de praktijk onvoldoende gegarandeerd is.

In de praktijk moesten slachtoffers zich dus verplaatsen naar Leuven om in het Nederlands geholpen te worden. En dat na een bijzonder traumatische ervaring. Zo kon een jonge vrouw die vorig jaar in Brussel werd verkracht niet geholpen worden in het Nederlands, ondanks eerdere beloftes.

Eindelijk politieke wil voor Nederlandstalig zorgcentrum in Brussel

Dat het UZ Brussel in Jette nu geselecteerd wordt, is geen toeval. Het ziekenhuis voldoet aan de objectieve selectiecriteria die door het RIZIV werden vastgelegd: 

  • een strategische geografische ligging voor Brussel en Halle-Vilvoorde,
  • aantoonbare expertise in de zorg voor slachtoffers van seksueel geweld,
  • sterke multidisciplinaire samenwerking met politie en justitie,
  • een goede bereikbaarheid en infrastructuur om slachtoffers de klok rond op te vangen. 

“Dit bewijst dat een Nederlandstalig zorgcentrum in Brussel perfect haalbaar is. Wat ontbrak, was geen capaciteit of expertise, maar politieke wil. Met de arizona-coalitie wordt eindelijk gekozen voor een beleid dat slachtoffers centraal stelt en hun taalrechten ernstig neemt”, aldus Van Vaerenbergh.

“Zorg in eigen taal is geen detail”

 De Zorgcentra na Seksueel Geweld bieden onmiddellijke medische en psychologische zorg, begeleiding bij het neerleggen van een klacht en forensisch onderzoek om daders te vervolgen.

“Zorg in de eigen taal is geen detail, maar een basisvoorwaarde voor herstel en gerechtigheid”, besluit Van Vaerenbergh. “Tevreden, omdat slachtoffers eindelijk geholpen worden zoals het hoort. Maar ook waakzaam: de effectieve opstart en een duurzaam Nederlandstalig aanbod in Jette moeten nu gegarandeerd blijven.”