Het parket van Brussel, het grootste van het land, kan al zeven maanden geen procureur des Konings benoemen. De benoemingsregels werden namelijk in 2014 vernietigd door het Grondwettelijk Hof op vraag van de N-VA, de Orde van Vlaamse Balies en een aantal Nederlandstalige magistraten. Dat gebeurde naar aanleiding van het feit dat enkel kandidaten met een Franstalige diploma in aanmerking kwamen.

Zesde staatshervorming koos enkel voor Franstaligen

Het is nu aan de politiek om de benoemingsprocedure opnieuw vast te leggen, wat voor N-VA-Kamerlid Kristien Van Vaerenbergh een uitgelezen kans is om de fouten van de zesde staatshervorming weg te werken. “Bij de zesde staatshervorming koos men er namelijk voor om enkel Franstaligen te benoemen voor de functie van procureur des Konings, maar eigenlijk is dat schandalig in een tweetalig gebied”, stelt Kristien Van Vaerenbergh. Ze dient daarvoor een wetsvoorstel in dat kandideren mogelijk maakt voor zowel Nederlandstaligen als Franstaligen, met tweetaligheid als vereiste.

Hoe efficiënte justitie verwachten als magistraten elkaar niet begrijpen

Van Vaerenbergh staat met deze mening niet alleen. Ook de Brusselse Procureur-Generaal Delmulle bracht dit onder de aandacht tijdens zijn mercuriale. Hij vroeg daarbij enkele dringende wetswijzigingen en pleitte eveneens voor een taalalternatie voor de volgende procureurs des Konings en arbeidsauditeurs van Brussel, zoals dat ook het geval is voor de procureurs-generaal van Brussel en voor de federale procureurs. “Het is inderdaad een historische fout dat niet alle hoge magistraten in het Brusselse gerechtelijk arrondissement verplicht Nederlands en Frans moeten kennen. Hoe kunnen we nu een efficiënte justitie verwachten als de hoogste magistraten elkaar niet eens begrijpen?”, beaamt Kristien Van Vaerenbergh, “Ook de alternatie tussen een Nederlandstalige en een Franstalige magistraat is van belang.”

Onderwerpen