U bent hier
In Brussel moeten topmagistraten Frans én Nederlands kennen

In zijn Mercuriale voor de plechtige openingszitting van het hof van beroep van Brussel vraagt dhr. Delmulle enkele dringende wetswijzigingen. Zo oordeelde het Grondwettelijk Hof in 2014 al dat ook de procureur des Konings en de arbeidsauditeur van Brussel een grondige kennis van de andere landstaal (Nederlands of Frans) moeten hebben.
Kristien Van Vaerenbergh (N-VA) treedt de magistraat bij in zijn pleidooi voor de kennis van de landstalen. “Het is een historische fout dat niet alle hoge magistraten in het Brusselse gerechtelijk arrondissement verplicht Nederlands en Frans moeten kennen. Hoe kunnen we nu een efficiënte Justitie verwachten als de hoogste magistraten elkaar niet eens verstaan?”
“Voor de ene magistraat is wel taalkennis van de twee landstalen vereist, voor de andere niet. Dat krijg je niet uitgelegd en het hoort gewoon niet. We zullen een wetsvoorstel indienen om aan deze discrepantie tegemoet te komen.”, voegt Van Vaerenbergh toe. “Ook de afwisseling tussen een Nederlandstalige en een Franstalige magistraat moet er komen. Bij de Zesde Staatshervorming koos men ervoor om enkel Franstaligen te benoemen voor de functie van procureur des Konings, maar eigenlijk is dat een aberratie in een tweetalig gebied.” Ook dhr. Delmulle stelt een taalalternatie voor voor de opeenvolgende procureurs des Konings en arbeidsauditeurs van Brussel, zoals dat ook het geval is voor de procureurs-generaal van Brussel en voor de opeenvolgende federale procureurs.