De ministerraad keurt naar alle waarschijnlijkheid het wetsontwerp goed om snelrecht voor aangehoudenen in te voeren. Het voorstel zou er voor zorgen dat al de crimineel de feiten niet betwist hij er voor zal kunnen kiezen om versneld voor een strafrechter te verschijnen. In dat geval zal de crimineel tussen minimum 10 en maximum 70 dagen voor de rechter verschijnen.

Kristien Van Vaerenbergh ziet verschillende problemen: “Ten eerste zie ik niet in waarom de aangehouden criminelen met de snellere procedure zouden akkoord gaan. Ten tweede is het niet duidelijk of er bij akkoord met de snellere procedure ook een lichtere straf volgt. Ten derde is de termijn van tussen de 10 en 70 dagen gewoon te lang. Dit is geen snelrecht.”

N-VA-voorstel gaat verder

De N-VA heeft zelf een wetsvoorstel om echt snelrecht in te voeren. Dat werkt met duidelijke termijnen. De eerste verschijning gebeurt binnen vier tot zeven dagen en de uitspraak van de zaak volgt hetzij onmiddellijk op de eerste zitting of na beraad maar dan wel binnen vijf dagen. Wordt de zaak toch uitgesteld, dan neemt de rechtbank de zaak in beraad na vijftien dagen zodat snel een uitspraak volgt.

“Ons wetsvoorstel ging veel verder dan het ontwerp waar Van Quickenborne nu mee afkomt”, zegt Kristien Van Vaerenbergh. “Daarnaast kon de Raad van State zich vinden in dit voorstel. Bovendien diende de Open Vld in het verleden een gelijkaardig voorstel in. Het is dan ook onbegrijpelijk dat ze ons wetsvoorstel niet wilden bespreken en nu Van Quickenborne volledig onder de lat door gaat.”

Onderwerpen